Lier, Sint-Margaretakerk interieur
Collectie
Archief Lier - BeeldbankInventarisnummer
SLI001039025Beschrijving
Sacristie van de Begijnhofkerk.;Schilderijtje van de Heilige Begga in de Sint-Margaretakerk.De Heilige Begga Vlaamse School, 18de eeuw (?) - olieverf op doek - h. 117 cm, b. 89 cm.
In een door rode gordijnen afgesloten ruimte knielt de heilige voor een kruisbeeld dat op een altaar met rood doek staat, onder een baldakijn. Ze is gekleed als een begijn en draagt een hertogskroon. Boven haar zweven een engel en twee cherubijnen. Tegen het stenen voetstuk van het kruisbeeld staan het wapen van Brabant (rechts) en het gefantaseerde wapen van de eerste hertogen van Lotharingen en van hun voorlopers (waaronder Begga). Op de voorgrond liggen twee kronen. Samen met de kroon op Begga's hoofd verwijzen ze niet alleen naar de hoge afkomst van de merovingische heilige, die als dochter van Pepijn de Oudere stammoeder werd van de Karolingische dynastie. Ook illustreren ze de verschillende stadia van haar leven, waarin ze telkens een exemplarische deugdzaamheid aan de dag legde: als maagd, als gehuwde vrouw en als weduwe. Het kasteel in de verte is de burcht van Chèvremont, waar Begga als hertogin met haar echtgenoot Ansegysus leefde. Gedurende de 17e en 18e eeuw was de hier toegepaste compositie, met de heilige die opwaarts kijkt en knielt voor een kruisbeeld, waarrond attributen zoals kronen en wapenschilden liggen, zeer verspreid in het begijnenmilieu, zoals tal van schilderijen en onder meer ook een aantal devotieprentjes illustreren.
Bron: 'De Begijnhofkerk van Lier', Liers Genootschap voor Geschiedenis, auteur: Marc Mees.
De H. Begga (Andenne 622-695) ‘patrones’ van de begijnen.
Begga wordt geboren in Andenne als dochter van Pepijn van Landen, hofmeier van het Merovingische rijk Austrasia. Haar moeder is de H. Ida van Nijvel. Na de dood van haar man wordt ze erfgename van het uitgestrekte familiebezit in het Maasdal. Wanneer in 691 haar zoon, Pepijn van Herstal, die de stamvader zal worden van de Karolingers, de macht overneemt, sticht ze een klooster in Andenne sur Meuse waarvan ze de eerste abdis wordt. In de 16de eeuw wordt de H. Begga als stichteres van de begijnenbeweging beschouwd. Dit is volledig ten onrechte aangezien de beweging slechts in de 12de eeuw op gang komt. De naamovereenkomst heeft waarschijnlijk bijgedragen tot deze historische fout.