Lier, Begijnhof huisnamen
Collectie
Archief Lier - BeeldbankInventarisnummer
SLI001022550Beschrijving
HET PORTIERESSENHUIS (Wezenstraat 2). ;Het Portieressenhuis of huis van de portiersters dateert van omstreeks 1690, evenals de Begijnhofpoort. Het huis beslaat het grootste deel van de oorspronkelijke tuin van St.-Rombaut (Oud-Kerkhof) met een kleiner aanpalend gedeelte van St.-Gommer (idem). Deze beide verkleinde tuinen reikten eertijds, zoals nu nog het oostelijk restant van St.-Gommer, tot tegen de blinde muur aan de Wezenstraat, die voor 1690 de noordelijke omheiningsmuur vormde van het primitieve Begijnhof. Bij deze muur kan men thans nog de stevige onderbouw waarnemen, afgeboord door een band in natuursteen, waarvan men de funderingen nog verder afgetekend ziet tot en met het hoekhuis, de Gestolen Lieve Vrouwe, tegenaan de St.-Margaretastraat; huis dat hoogst waarschijnlijk voor 1690 als Portieressenhuis heeft dienst gedaan, toen men de Begijnhofpoort aan het begin van laatstgenoemde straat telde.Het Portieressenhuis was eertijds bewoond door twee. aangestelde begijnen-portiersters, belast met het openen en sluiten van de hofpoort op vastgestelde uren, geregeld volgens de zonsondergang en zonsopgang, naar het voorbeeld van de Stadspoorten, 's Nachts kon men, indien werkelijk nodig, enkel door het nachtpoortje (het kleine poortje naast het Portieressenhuis) toegang tot het Begijnhof verkrijgen of dit bij hoogdringendheid verlaten, mits bij de portiersters aan te bellen. Deze twee hielden om beurt meteen toezicht over het gaan en keren van de begijnen en mogelijk vreemde bezoeken. Bij gebeurlijke onregelmatigheden dienden ze de « Hofmeesteressen » hiervan op de hoogte te stellen.
In 1691-1695 stond het huis op naam van Willemyntien Loos.
In 1748-1763 noteerde men naamloos « De twee portieressen » ; het huis telde toen 4 « aertsteden ».
Bij de Nationale Verkoop in 1798 werden er twee bewoners vermeld : Sara Maria Cornelissens, ° Antwerpen, die op 20-9-1775 St.-Gertrudis had gekocht en Elisabeth Dierxsens, ° Antwerpen en 26 j. oud geprofest op 8-10-1781. Het is zeker een vergissing geweest het Portieressenhuis voor de vroegere « Oordjesschool van Juf. Monnier uit Ernest Staas » te aanzien. Begijnen-portiersters hadden trouwens de tijd niet om zich met het onderwijs van de kinderen te bekommeren. Reeds in het begin van de 19de eeuw is het Portieressenhuis opnieuw in het bezit gekomen van het Begijnhofbestuur; dit dank zij de begijn Anna Elisabeth Van Isschot.
Lange tijd nadien, zeker tot 1866, noteerde men hier nog twee begijnen, die blijkbaar voor het openen en sluiten van de poort bleven instaan.
In de jaren na W.O.I. toen er blijkbaar geen begijnen hiermede belast werden, werd het nachtpoortje voor bewoners van het Begijnhof, binnen de nachtelijke uren geopend door een politieagent. Men diende zich toen tot het politiebureau te wenden (onder het Stadhuis), om te verzoeken het nachtpoortje te komen openen.
;Bron: Het Lierse Begijnhof (1974), Jos Mortelmans en Victor Verheyen.