Lier, Begijnhof huisnamen
Collectie
Archief Lier - BeeldbankInventarisnummer
SLI001022543Beschrijving
DE GODDELYCKE OOGHE (Symforosastraat 1) ;Het heeft er helemaal de schijn van dat het enige venster van dit huis uitziende op het Oud-Kerkhof, de aanleiding moet gegeven hebben tot de treffende benaming : 'De Goddelycke Ooghe'. Met enige zin voor humor hebben de begijntjes dit venster vergeleken met het 'Goddelijk Oog', zoals men dit afgebeeld ziet op tabernakels en op de bekende oude prenten met hierboven de woorden : 'God ziet U' en daaronder 'Hier vloekt men niet'!In 1672 was de Goddelycke Ooghe bewoond door Anna Courtois, vroeger ook Cortoys gespeld. Ongetwijfeld was zij verwant aan de familie van Jan Courtois, de bekende Lierse stadssecretaris van 1570 tot 1603, die in het laatstgenoemde jaar de inventaris heeft opgesteld van de oudst bekende Lierse stadsarchieven : 'Index cartarum antiquarum oppidi Lirani'.
In 1691 en 1695 noteerde men er Maria Anna Courtois,
Tussen de jaren 1723 en 1733 vermeldde men opeenvolgend Joanna van den Eyndenpoel + 26-10-1730; Jouf. Barbara Maria van Ravensteyn ° 's Hertogenbosch 27 j. oud geprofest op 13-10-1697 en + 10-6-1736; dochter van Mattheus en Catharina Huysmans, en Joanna Maijen, ° Herentals, geprofest op 9-6-1720.
In 1749 verbleef er Joanna van Osteyen, ° Wiekevorst, 27 j. oud geprofest op 12-5-1715, de laatste onder pastoor Adrianus Meesens; dochter van Peter en Catharina Kerselaars. Het huis telde 2 bewoners en blijkbaar maar één 'aertstede' of schoorsteen. In 1754 werd De Goddelycke Ooghe bewoond door Anna Catharina Rossaert,° Antwerpen, 20 j. oud geprofest op 23-9-1725 en + 21-4-1765; dochter van Judocus en Barbara Kerbos. Zij werd reeds in 1763 opgevolgd door Jouf. Joanna Mans. Op 8-5-1765 werd De Goddelycke Ooghe gekocht mits 265 gld. voor haar leven door (Anna) Maria Verbeeck, blijkbaar Maria Isabella Verbeeck, ° Antwerpen ca. 1728, geprofest op 18-6-1752 en + 17-8-1806; dochter van Laurent en Elisabeth van Craen. Zij overleed in de Infirmerie van het Begijnhof, die toen beheerd werd door de 'Administratie' der Burgerlijke Gasthuizen. De Lierse drukker Jacques Henry Letellier deed, zoals voor de overledenen in het St.-Elisabethgasthuis, hierbij de aangifte van haar overlijden als toenmalige administrateur (d.i. bestuurslid).
Na het overlijden van Jouf. Verbeeck viel het huis volledig onder 'dezelfde 'Administratie'.
In 1845 werd door dit Bestuur De Goddelycke Ooghe verhuurd aan Jan Baptist Bauwens, zoon van Cornelis Alexis Bauwens, de bekende Lierse onderwijzer van de gewezen Stads(armen)school en een vermaarde toneelschrijver van de oude Rederijkerskamer De Groeyende Boom, ° Lier 17-7-1758 en + 23-8-1830; zoon van Jan Baptist en Petronella Gommers. De eerstgenoemde naar zijn grootvader Jan Baptist geheten, ° Lier 2-7-1786 en + 2-1-1853, ongehuwd, werd nog jong 'ondermeester' van zijn vader en volgde hem na diens overlijden op als hoofdonderwijzer. In 1844 nam hij evenwel ontslag bij de definitieve omschakeling van De Stadsarmenschool tot Oefenschool van de Normaalschool. Jan Baptist, die in actieve dienst een jaarwedde genoot van 1200 fr., verkreeg hierna slechts een 'steuntoelage' (nu pensioen) van 200 fr. en ging toen op het Begijnhof wonen. Hij verdronk jammerlijk op tweede Nieuwjaarsavond 1853 in de Nete aan de Werf, nadat hij aldaar een bezoek had gebracht aan de herberg St.-Jonas; een droevig einde voor het bekende Lierse onderwijzersteam Bauwens.
;Bron: Het Lierse Begijnhof (1974), Jos Mortelmans en Victor Verheyen.