Lier, Begijnhof huisnamen

Lier, Begijnhof huisnamen

Inventarisnummer
SLI001022522

Beschrijving
SINT-FRANCISCUS de BORGIA (Symforosastraat 12). ;H. Franciscus Borgia : Spanjaard, °1510, generaal van de Jezuïeten, +1572. Feestdag : 10 oktober.
Het huis, de ‘H. Naam van Maria’, naast 't Soete Naemke’ aan de Grachtkant, is slechts tijdelijk Franciscus de Borgia genoemd.
In 1672 werd Franciscus de Borgia bewoond door Joe. Jacquelina van Parijs. Nadien werd er eveneens de naam van Anna Maria Peeters genoteerd.
In 1691 en 1695 werd Clara van Cortbemde aangewezen, terwijl in 1728 de naam van Cornelia van Cortbemde voorkwam. Zeer waarschijnlijk van Lierse afkomst waren deze begijntjes verwant aan Philips van Cortbemde, wijnhandelaar in De Wijndruif aan de Rechtestraat (nu nr. 47), later De Paaskeers geheten, nadat het zogenoemde huis (nu nr. 49) op de hoek van de Kerkstraat bij De Wijndruif was geïncorporeerd. Hij was burgemeester in 1677 en 1678 en meermaals schepen van de stad.
In 1749 noteerde men er Maria Rubbens (Rubens ?). Het huis telde toen 4 personen en 5 'aertsteden'. In de jaren 1754 en 1763 vermeldden de archieven de naam van Anna Rubbens. Over deze beide begijntjes Rubbens konden vooralsnog geen nadere gegevens achterhaald worden. Wel over een derde: Joanna Rubbens, ° Antwerpen ca. 1688, 16 j. oud geprofest op 3-5-1705, +24-2-1772; dochter van Arnoldus en Getrudis Kerber. De vraag rijst hier of er geen vergissingen werden begaan bij het noteren van de voornamen. In het archief van het OCMW over het Begijnhof berusten nog een tweetal akten (titel II - 711 - nrs. 24 en 219), waarin blijkbaar dezelfde Joanna, dochter van Arnoldus, Maria Joanna werd genoemd en de nicht was van Monica van Grembergen, waarvan de moeder Theresia Rubbens was. Deze Maria Joanna Rubbens telde een rente op 'een huys tusschen' de Lanteirne (nu nrs. 11-15) ende thuys de dry Swaentjes' (nu nr. 19) aan de Eikelstraat, blijkbaar dus het nr. 17. De Begijnhofkerk bezit kostbare frontalen (antependia), voorhangsels voor het hoogaltaar, waaraan er één toegeschreven wordt aan de dochters van Rubens. Daar dit geschiedkundig onvoldoende bewezen is, zou het misschien geraden zijn bij verdere navorsingen te denken aan Joanna Maria, mogelijk een klein- of achterkleindochter van Rubens. Deze beroemde Vlaamse schilder leefde tussen 1577 en 1640.
In 1778 noteerde men er de twee Juff. Op den Bos(ch) : 1° Joanna Maria, ° Brussel ca. 1716, geprofest op 25-8-1743 en +1-12-1789. 2° Theresia, ° Brussel ca. 1718, geprofest op 16-5-1750 en +9-11-1786; dochters van Emanuel en Joanna Maria Priem.
Op 12-11-1790 werd Franciscus de Borgia gekocht — mits 700 gld. — voor haar leven door Elisabeth De Hert, ° Kontich, 30 j. oud geprofest op 20-10-1789; dochter van Cornelius en Catharina Mennens.
;Bron: Het Lierse Begijnhof (1974), Jos Mortelmans en Victor Verheyen.
Objecttype
diapositief
Datering
circa 1990
Vervaardiger
Gommer Lemmens
Verwerving
Gommer Lemmens


Deze website maakt gebruik van cookies Accepteer. Hier vindt u meer informatie over wat dat precies inhoudt. Lees meer