Lier, Sint-Gummaruskerk interieur
Collectie
Archief Lier - BeeldbankInventarisnummer
SLI001019237Beschrijving
Zicht op een gedeelte van het doksaal met het 'Onze-Lieve-Vrouw-van-Zeven-Weeën-altaar' en het 'Sint-Gummarusaltaar'.;Altaar van Onze-Lieve-Vrouw van Zeven Weeën, door Peeter Verbruggen de oude (Antwerpen 1615-1686),1658 – zwart en wit marmer, zwart en wit geverfd hout – onder doksaal noordzijde.Het portiekaltaar, ingebouwd in de dichtgemetste boog van het doksaal, reikt tot aan het gewelf en rust op gezwart houten of met hout bekleed voetstuk. 2 witte voorgeplaatste torszuilen met komposietkapitelen voor 2 vlakke pilasters met dito kapitelen dragen een doorbroken hoofdgestel met segmentvoluten, bekroond en versierd door overvloedhoorns. Ze omlijsten een rondbogige nis – waarin een schilderij – bekroond door cartouche met geschilderd houten medaillon tussen 2 cherubs en liggende overvloedshoorns. Zwart marmeren kaarsenbank. Het gemetste altaarblok draagt als tafelblad een gotische zerk zonder trede op de verhoging van het doksaal. Het suppedaneum is in hout.
;‘Sint-Gummarusaltaar’ door Hans van Mildert (Koningsbergen 1588 – Antwerpen 1638), 1619/1620 – zwart en rood marmer, wit albast – Oostmuur tussen O.-L.-Vrouwkapel en kooromgang in het noorddwarspand.
Portiekaltaar omheen de schilderij van Frans Francken, dat de ruimte afsluit waarin het reliekschrijn van Sint-Gummarus wordt bewaard. De 2 voorgeplaatste roodmarmeren zuilen en de 2 vlakke pilasters dragen boven hun korintisch kapiteel een hoog kwabachtig tussenstuk, waarop het hoofdgestel rust. Doorbroken fronton met rolschelpen en in het midden een rondbogig afgedekte sokkel, met op de voorzijde een albasten cartouche met kapittelwapen, door 2 zware vruchtensnoeren verbonden met de rolschelpen. Op de hoge middensokkel Sint-Gummarusbeeld en links en rechts op de aanzetten van het gebroken fronton kleine voetstukken voor 2 houten engeltjes van latere datum, nl 1626, met het ‘groeiende boom’-attribuut en een lauwerkrans in de hand; mogelijk oorspronkelijk een trompet. Het levensgrote Sint-Gummarusbeeld is frontaal opgesteld. De geharnaste ridder met losse mantel en hermelijnen schouderkraag heeft een kleine krulbaard met grote afhangende snor en draagt de mortierbaret met hermelijnen omslag. Met de linkerhand trekt hij de mantel op. In de rechterhand houdt hij de veldheerstaf. Het middendeel van het altaar wordt gevormd door een diepe nis, rondbogig afgedekt, met vooraan een cherub in het midden; 2 cherubs in de zwikken. De binnenzijde van de rondboog is versierd met albasten rozen en 2 albasten cherubs in hoogreliëf. Een sokkel in zwart en rood marmer, over de ganse breedte van de nis heeft een vooruitspringend middendeel waarop een cartouche met ‘S/GUMMARE/ORA PRO NOBIS/1690’ tussen 2 afgewende cherubs in wit albast. De uitspringende bolle bovenlijst in rood marmer met 2 cherubs op de uiteinden, draagt een sterk geprofileerde deklijst in zwart marmer. Deze sokkel werd opgericht voor Sint-Gummaruskas. In de rondboog donkerrode fluwelen gordijnen met goud franje, opgehouden door 2 vergulde engeltjes door middel van vergulde koorden met dito kwasten. Gesloten vertoont het altaar het schilderij van F. Francken vastgehecht met zware koperen hengsels aan de 2 rondzuilen. Hierboven een grisaille-schildering op doek met gewelf van rondboognis in trompe l’oeil en vooraan een medaillon in volutenomlijsting met opschrift ‘RELIQUIAE/S./GUMMARI’, gehouden door een staand engeltje met trompet en een gezeten engeltje, op voetstuk. Het altaarblok is met hout bekleed en rust op 3 aan de aan de hoeken afgeronde, houten treden. Op het altaarblad is er een dubbele kaarsenbank in hout.