Lier, Sint-Margaretakerk interieur
Inventarisnummer
SLI001011287
Beschrijving
Altaar van de Heilige Margareta, 3de kwart 17de eeuw - wit en zwart marmer. westelijke muur van de rechterzijbeuk;Het Margareta altaar vertoont een opbouw die sterk gelijkend is met die van het Onze-Lieve-Vrouwaltaar in de linkerzijbeuk. Voor de zware zwarte basis is het altaarblok geplaatst op een suppedaneum met drie zwartmarmeren treden. Het altaarblok of stipes is aan de voorzijde in grisaille versierd met een geschilderd chiroteken waaraan de letters A en w hangen tussen twee gekruiste palmtakken en geflankeerd door gladde zuilen. De bovenbouw heeft een basement in zwart marmer met panelen in witte marmer naast een centrale, ingesnoerde rondboognis met glazen deurtje in vergulde lijst tussen twee witmarmeren voluten met cherubhoofdjes. De vooruitspringende basementen dragen elk een witmarmeren getorste zuil niet composiet kapiteel die het schilderij van Maren Antonius Garibaldi 'De marteling van de Heilige Margareta' in een hoekige spiegelboognis flankeren. De zuilen dragen het hoofdgestel met een smalle witmarmeren fries versierd met schubben (?) die centraal boven het schilderij onderbroken wordt met witmarmeren cherubhoofdjes. De zware, zwartmarmeren verkropte en verspringende kroonlijst is centraal boogvormig uitgewerkt. Het hoofdgestel draagt, tussen twee engelenhoofden, een zware, cartouchevormige bekroning rond een vergulde hostie met IHS-monogram in een vergulde stralenkrans en omgeven door drie cherubhoofdjes. De cartouche wordt bekroond met een driehoekig fronton waarin opnieuw een cherubhoofdje tussen voluten is verwerkt en dat bekroond wordt door een pelikaan met drie jongen. De bekroning wordt geflankeerd door twee in aanbidding knielende (witmarmeren?) engelen op een zwartmarmeren, met bolplooien versierde rolschelp. Naast de zuilen zijn op uitkragende consoles links een gipsen beeld van de Heilige Catharina van Alexandrië (met gebroken rad, zwaard en vergulde palmtak) en rechts van de Heilige Barbara (met toren, boek en vergulde palmtak) geplaatst. Het altaar schijnt niet in één keer tot stand te zijn gekomen. De portiek zelf is alleszins in het laatste kwart van de 17de eeuw te dateren en is duidelijk bedoeld als pendant van het Onze-Lieve-Vrouwaltaar, waar het ook op geïnspireerd lijkt, De bekroning is hoogstwaarschijnlijk jonger, vermoedelijk 1ste helft 18de eeuw en is, zoals uit de deling van versiering en engelen blijkt, in een ander atelier vervaardigd. De twee consoles aan de zijkanten zijn op een eerder onhandige wijze gemaakt en ingepast in het altaar, naar analogie met het Onze-Lieve-Vrouwaltaar, en dateren, evenals de twee gipsen beelden van het einde van de 18de of uit de 19de eeuw. Het altaar werd in 1798 verkocht aan G.F. Auwé maar kon nadien in bezit van de kerk blijven. In de onderste trede is een steenhouwersmerk gehouwen (AW geligateerd). In het bovenblad van het altaarblok is een arduinen grafsteen uit 1476 verwerkt.;'De Begijnhofkerk van Lier', Liers Genootschap voor Geschiedenis, auteur- Marc Mees.;Heilige Margareta van Antiochië.;Volgens die overlevering is zij geboren in Antiochië, de hoofdstad van Pisidië in de derde eeuw als dochter van de heidense tempelpriester Aedesius. De streek in West-Azië maakte deel uit van het Romeinse Rijk. Haar vader minachtte haar om haar christelijk geloof. Het Christendom drong in die tijd tot onze gewesten door, maar het was ongebruikelijk om dit te uiten wegens de kerkvervolgingen. Margareta leefde op het land als herderin. Toen de stadsprefect Olybrius haar een huwelijksaanzoek deed, op voorwaarde dat ze haar geloof zou afzweren, weigerde ze. Daarop werd ze gevangengezet en gemarteld. Dan volgen een aantal wonderbaarlijke gebeurtenissen. De bekendste is dat satan haar verorberde in de gedaante van een draak. Margareta ontsnapte levend. Uiteindelijk werd ze ter dood gebracht (omstreeks 305)-
Verwerving
Ronald De Keuster, schenking
