Lier, Sint-Gummaruskerk interieur
Collectie
Archief Lier - BeeldbankInventarisnummer
SLI001008875Beschrijving
'Altaar van Onze-Lieve-Vrouw van de Witte Lelie’ door Artus Quellien de oude (Antwerpen 1609-1668), 1666/67 – wit en zwart marmer, enkele stukken in grijs en roodgevlamd marmer, details van de beeldnis in hout – absis van het Onze-Lieve-Vrouwkoor.Portiekaltaar met dubbele verspringende torszuilen met korintisch kapiteel op hoge onversierde voetstukken, links en rechts van een diepe met rondboog afgedekt middennis, waarvan de 2 rechtstanden versierd zijn met een culot aanstrik. In deze nis het Onze-Lieve-Vrouwbeeld op marmeren sokkel, omhangen door drapering in witgeschilderd hout afgewerkt met vergulde franje en koord en bovenaan 2 cherubs eveneens in hout; op achtergrond van de drapering stralenkrans met witte wolkjes en 2 cherubs. De nis wordt bekroond door een cherub gevat tussen 2 omkrullende schelpmotieven met aan weerszijden een festoen in de driehoekige spits en door 2 driezijdige akantbladeren in de zwikken. Geprofileerde, uitspringende kroonlijst. Doorbroken fronton met rolschelpen, waarop 2 vrouwenfiguren met hun schoot vol rozen, een ovaal middenmedaillon met omlijsting, dat de gekroonde initialen S. MAR (in elkaar gestrengeld) en jaartal 1667 draagt in ovale laurierkrans op schelp, verbonden door 2 zware bloemguirlandes met de rolschelpen, en gevat tussen 2 akanttakken in vorm van overvloedhoorns. Van de bekronende vuurpot hangen 2 vruchtensnoeren neer op de rondbogige afdekking van het ovaal medaillon. Het gemetste bakstenen altaarblok heeft een sterk uitspringend blad, gevormd door een stuk zwartmarmeren grafsteen, en staat op 3 zwartmarmeren altaartreden. Het suppedaeum is in hout. Kaarsenbank in zwart geschilderd hout.
;‘Madonna met kind’, Brabant, begin 16e eeuw – gepolychromeerd eikenhout – O. L. Vrouwaltaar, middennis.
Rechtstaande madonna met lange, loshangende haren, kindje op de linkerarm en in de (verlengde) rechterhand een scepter. Staat steeds gekleed en gekroond in het altaar. Een stuk – ca. 10 cm – werd uit de benen gezaagd waarschijnlijk om in dit altaar te kunnen passen. Opening in de rug met plank gedicht. Oorspronkelijk werd dit O. L. Vrouwbeeld vereerd in de kapel van Monserrat. In 1667 bij de voltooiing van het altaar van O. L. Vrouw van de Witte Lelie werd het plechtig naar dit altaar overgebracht. Dit beeld wordt zeker vanaf 1633 in de processie rondgedragen.