Lier, Sint-Margaretakerk interieur
Collectie
Archief Lier - BeeldbankInventarisnummer
SLI001008867Beschrijving
Tabernakel met sacramentarium.Willem Ignatius Kerrickx (1685-1745), Antwerpen, 1742 - roodgeaderd en wit en zwart marmer, gedeeltelijk verguld en verzilverd hout.
;Het tabernakel dat opgesteld staat op de mensa van het hoofdaltaar, is verdeeld in twee gescheiden compartimenten. Onderaan bevindt zich een laag. rechthoekig, in zwart marmer uitgevoerde basis met centraal een verguld houten deurtje met een reliëfvoorstelling van het verzilverde Lam Gods met zegevaan op het boek met de zeven zegels. De ruimte hierachter is bekleed met witte zijde (19de eeuw) en vormt het eigenlijke tabernakel voor de eucharistische reservatie. Het deurtje wordt omlijst door een fijne kraallijst en afhangende bloemslingers in wit marmer en wordt geflankeerd door twee pilastertjes, eveneens in wit marmer, met fijn gesneden loof- en handwerk rond een schelpmotief en een Ionisch kapiteel Hierop rust een zwartmarmeren dekplaat die verkropt is boven de pilastertjes en het hoge, als een portaal uitgewerkt draaitabernakel in witgeaderd grijs-roze marmer draagt. Dit draaitabernakel heeft een trapeziumvormig grondplan met, aan de voorzijde, een hoge rond-boog met een witmarmeren, cartouchevormige sluitsteen met bloemknop en régence vlechtwerk in de zwikken. Aan de golvende schuine zijden met uitgrondingen zijn, aan een voluutornament, twee ovale reliëfmedaillons bevestigd, het ene met de voorstelling van de Ark des Verbonds en het andere met de toonbroden, beide tegen een vergulde achtergrond. Twee afhangende bloemsnoeren flankeren de rondboog. Het ingesnoerde, koepelvormige dak is versierd met vier liggende, gegroefde voluten in wit marmer en met een cherubhoofdje onder een schelpvormige versiering van schuimkoppen. Het wordt bekroond met een houten, gemarmerd kruisbeeld met verguld corpus titulus en stralenbundels. Het kruisbeeld kan vervangen worden door andere, recentere kruisbeelden. Naast de centrale nis knielen op een rolschelp twee witmarmeren engelen met rijk gedrapeerde kleren in aanbidding voor het Allerheiligste dat kan uitgestald worden in de centrale nis. De linkse engel met gevouwen handen neemt een biddende houding aan, de rechtse kijkt met een pathetisch gebaar in verrukking op. De nis wordt afgesloten door een verguld houten deur met in reliëf de voorstelling van een verzilverde kelk met hostie in een stralenkrans omgeven door cherubhoofdjes in wolken. De draaimolen zelf heeft twee compartimenten. Het ene heeft een verguld houten sokkel die gedragen wordt door de symbolen van de vier evangelisten. De bekleding ervan bestaat uit goudlaken met een godsoog in een driehoek omgeven door stralenbundels en een wolkenkrans onder een kroon (19de eeuw). De gedrapeerde gordijn in goudlaken is 20ste-eeuws en is versierd met goudkwasten en -franje uit de 19de eeuw. De andere nis heeft een mogelijk 19de-eeuwse sokkel met reliëfversiering van loof- en handwerk die op de hoeken bekroond wordt met twee halve zilveren vazen, op houten kern, met waterbladlijst op de voet en afwisselend staande ovalen en cirkels op de ingebogen wand en knorren op de welving bovenaan. Vergulde uitslaande vlam als bekroning.
;Kruisbeeld van het tabernakel
Eerste helft 18de eeuw(?) - beschilderd hout, verguld
Messing.
;Het kruis is rood gemarmerd in imitatie schildpadschelp en omgeven met een witgeschilderd biesje en zwarte boord. Aan drie armuiteinden bevinden zich vergulde kuifstukken. Het grote, vergulde Christuscorpus in messing (met de voeten naast el-kaar) dateert mogelijk nog uit de 18de eeuw. Titulus, doodshoofd en mogelijk ook de vergulde stralenbundels dateren uit de 19de eeuw. Het kan gebruikt worden als bekroning van het tabernakel
;Bron: 'De Begijnhofkerk van Lier', Liers Genootschap voor Geschiedenis, auteur: Marc Mees.