Lier, Sint-Gummaruskerk interieur
Collectie
Archief Lier - BeeldbankInventarisnummer
SLI001003161Beschrijving
Eiken koorgestoelte (Jan Verhulst alias Luycks van Antwerpen 1555-57).;Het huidige koorgestoelte bestaat uit 8 reeksen van telkens 5, door tussenwangen gescheiden stallen, afgesloten door wangen (slechts 2 oorspronkelijke; de anderen zijn vroegere tussenleuningen). Ze staan opgesteld aan beide zijden van het koor, in een hogere en een lagere bankenrij, tussen de zuilen in, zodat er noord en zuid 2 groepen boven- en 2 groepen benedenzetels staan. Een uiterst eenvoudige plankenvloer vervangt de oorspronkelijke voet. Deze van de benedenrijen bestaat uit een plank zonder stootbord; deze van de bovenrijen ligt een trede hoger en is naar de zuilen toe afgeschuind. De 40 stallen zelf zijn op details na oorspronkelijk. Dit is niet het geval met het doorlopende schuine lessenaarblad tegen de voorste rijen aangebracht evenmin als met de zijwangen van de lessenaars en de rechthoekige kapstokken, 2 op elke bankenrij, aangebracht op de dorsalen van de voorste bankenrijen onder het lessenaarsblad. De rechthoekige gecanneleerde lage voetstukken op de armleggers van de achterrijen zijn mogelijk restanten van de pilasters van het oorspronkelijk rugbeschot of van later. Het achterschot van de hoge bankenrijen langs de kooromgang is bovenaan versierd met briefpanelen die dateren van de laatste ‘restauratie’ (1894 of 1868?) aan het gestoelte uitgevoerd. Dit leunt met eenschuin zijstuk tegen de zuilen aan. De 4 knielbanken op de bovenrijen met bruinrood (?) leder bekleed, zijn eveneens van recente datum. De zitplaatsen zijn nog grotendeels de oorspronkelijke.De tussenwangen vertrekken op de grond met een forse dierenklauw, gesierd met akantbladeren, vooraan een krul vormend en rijzen verder op met een sierlijke voluut tot onder de armleggers. Deze voluut – een volmaakte omgekeerde C -, die de ronding van de elleboogsteun vormt, wordt onderaan begrensd door een leeuwenmuil met ring en eindigt bovenaan in een korte krul. De zijkanten van deze tussenleuningen zijn gesierd met uiterst sierlijke ranken en korenhalmen. De 2 enige oorspronkelijke buitenwangen aan de oostzijde van de 2 lage bankenrijen langs doksaalzijde, met eenzelfde vorm, vertonen een enigszins afwijkend maar toch nauw verwant bladmotief en in het midden van de kwart cirkel een zeer symmetrische rozet van akantbladeren.
De rugpaneeltjes van de stallen hebben onder en boven de zit een liggend rechthoekig paneel in lijstwerk, uitgegrond boven een vlak kunstpaneel. Onder de opklapbare zitten zijn gesneden misericordia’s aangebracht.