Lier, zwemkotje

Lier, zwemkotje

Inventarisnummer
SLI001000702

Beschrijving
Aan de Kleine Nete was er een beschermde openbare zwemplaats, in de volksmond het "zwumkôtje" genoemd. Er werd zelfs toezicht gehouden door een redder. In de verte staan de huizen van de Lispersteenweg. Het zwemkotje bestaat nog en wordt nu gebruikt door de Lierse Kanoclub.
;Geschiedenis van het Zwumkôtje.;Een geschiedenis apart is deze van de zwemperikelen die er zich vooral aan het einde van de vorige en het begin van deze eeuw afspeelden. Het is alsof zwemmen in Lier altijd al problemen heeft gegeven. Op 21 augustus 1736 verklaarde immers de stadsmagistraat dat het verboden was te zwemmen in de stad, de kuip en de bijvang. De overtreders zouden een strenge straf oplopen. In 1789 stelde de magistraat vast dat "die schandaleuse passie van jaere tot jaere toeneemt, tot soo verre dat men sig niet ontsiet in het midden deser stad met den claeren dag te swemmen zonder iets ofte wat aen te hebben om hunne naaktheyt te bedekken". Hierdoor werd nogmaals verklaard dat het verboden was te zwemmen en men de kans liep op een straf van 6 guldens boete. De ouders waren daarbij verantwoordelijk voor hun kinderen en de meesters voor hun dienstboden. Straffen varieerden van acht dagen op water en brood tot het verbeurd verklaren van de kledij. In de loop van de 19de eeuw verbeterde het er bijna niet op. Er werd een zwemplaats aangewezen tussen het groot en het klein spui. Meteen werd ook bepaald dat op andere plaatsen niet mocht worden gezwommen. "Op de aengewezene plaetsen is het ingelyks verboden, zonder broek of ander onderkleedsel in het water te gaen. Dit verbod is ook toepasselijk aan degenen, die met drinkperden in het water gaen". Einde vorige eeuw was het een gunst aan de mannen om te zwemmen. De vrouwen zouden pas in 1929 in de Lierse wateren geduld worden. In 1877 werd in de gemeenteraad aangedrongen over te gaan tot het plaatsen van een nieuw zwemhuisje omdat de toen reeds bestaande badhokjes ontoereikend zouden zijn. In 1883 was er een interpellatie in de gemeenteraad om het zwemmen te verbieden vermits het in volle dag gebeurde en op zulke onbetamelijke wijze dat fatsoenlijke mensen in die buurt niet meer konden wandelen. In 1896 werd de beslissing genomen het "zwumkótje" over te brengen naar de andere zijde van het groot Spui omdat de vesten tussen beide spuien ontsierd werden. Vier jaar later werd gevraagd een gemetseld gebouw op te richten en een reglement in te voeren om de kinderen op bepaalde uren van de dag de stadwandeling te ontzeggen. In 1901 werd zelfs een commissie opgericht om het zwemprobleem in de stad op te lossen, vooral dan omdat men meer en meer bewust werd van de noodzaak in verband met hygiëne en gezonde ontspanning.
Houten barakken werden opgericht om als kleedruimte dienst te doen. In 1927 kreeg stadsbouwmeester Alpaerts opdracht het zwemkot te vernieuwen, nadat eerdere pogingen tot de bouw van een zwembad mislukt schenen. De houten zweminstallaties werden afgebroken en vervangen door de gebouwen die nu nog door de Kanoclub in gebruik zijn.
Het complex werd op 9 juni 1928 in gebruik genomen. Op 4 april 1929 werd een verordening in het leven geroepen dat ook vrouwen mochten zwemmen, zij het dan enkel op dinsdag- en vrijdagnamiddag en donderdagvoormiddag. Tijdens de tweede Wereldoorlog liet men oogluikend toe dat het zwemkotje zowel door mannen als vrouwen samen gebruikt werd. Het bleef in gebruik tot 1947.
Datering
circa 1910


Deze website maakt gebruik van cookies Accepteer. Hier vindt u meer informatie over wat dat precies inhoudt. Lees meer