Lier, Sint-Gummaruskerk interieur
Collectie
Archief Lier - BeeldbankInventarisnummer
SLI001000485Beschrijving
Hoofdaltaar naar ontwerp van Jean Bethune (1821-1894); beeldhouwwerk, polychromie en vergulding door Leopold en Leonard Blanckaert en Bressers van Gent, schildering door Anthony van Antwerpen, 1879-1890 – steen van Caen en eikenhout.Neogotisch altaar. In de 7 met tootbogen afgedekte nissen aan de voorzijde van het altaarblok reliëfs met Sint-Gummarus die de 7 werken van barmhartigheid uitgeoefend. Onder het uitspringend tafelblad een akantenfries. Volledig gepolychromeerd. Op de hoge predella, aan weerszijden van het tabernakel in verguld eikenhout, dat rust op de stenen kaarsenbanken, schilderde Anthony in gotische nissen de 12 apostelen met de artikelen van het Credo op banderol. Hierboven het retabel met gebeeldhouwd middengedeelte en geschilderde luiken. Christus als Salvator met kruis in de linkerarm, geflankeerd door 2 engelen als schilddragers (Lam Gods, arend) op hoge voetstukken, staat onder een baldakijn in de vorm van een gotische opengewerkte torenspits boven het middenvak tussen een architectonische bekroning met steunberen, luchtbogen en pinakels. In de 5 nissen van het gebeeldhouwde retabel staat in het midden op een sokkel Sint-Gummarus met de boom en de bron, tussen episoden uit zijn leven, van links naar rechts: het mirakel van de boom, de oprichting van de Sint-Pieterskapel (Sint-Gummarus, patroon van de houtbewerkers, als dusdanig aan het werk), de genezing van Grimmara, de bevrijding van een kind van een adder. Op de luiken schilderde Anthony aan de binnenzijde taferelen uit het leven van de Heilige: a. evangeliezijde: voorstelling van Gummarus aan Pepijn door zijn ouders, en zijn huwelijk met Grimmara; b. aan de epistelkant: ontmoeting met Sint-Rombout (het mirakel van de bloeiende staven) en de miraculeuze overbrenging van de kist met het lichaam van de heilige naar de Sint-Pieterskapel. Op de gesloten luiken staan 4 heilige tijdgenoten van Sint-Gummarus in geschilderde rondboognissen. Van links naar rechts: Fredegandus, Hildegardus, Dimpna en Fredegerus.