Lier, Sint-Margaretakerk

Lier, Sint-Margaretakerk

Inventarisnummer
SLI001000055

Beschrijving
In 1258 kregen de begijnen van de bisschop van Kamerijk de toelating tot het bouwen van een kapel en in 1259 tot het stichten van een eigen parochie. In 1664-1665 bouw van een nieuwe monumentale kerk ter vervanging van een oudere die te klein en bouwvallig was geworden. In 1667 voltooid, met de voorgevel naar het oosten in tegenstelling tot de voorgevel van de oude kerk die naar het westen was gericht. Ingewijd op 12 mei 1671 door de bisschop van Antwerpen.


;Algemene beschrijving van de Sint-Margaretakerk, Begijnhof Lier.
;Zoals bij de meeste barokkerken het geval is, kreeg de monumentale voorgevel van de Sint-Margaretakerk een bijzondere aandacht. De zijgevels, die langs beide zijden omgeven zijn door het Oud-Kerkhof en die door de laterale benaderingswijze vanuit de Sint-Margaretastraat steeds zichtbaar zijn, zijn opgetrokken in de landelijke baksteen en verlevendigd door kalkzandstenen vensteromlijstingen, gevelbanden, hoekkettingen. daklijsten en plinten. De voorgevel getuigt in vergelijking met de zijgevels van veel minder homogeniteit. Structureel gezien is de drieledigheid zowel in de horizontale als in de verticale geledingen bewaard, maar met betrekking tot de ornamentele vormen kan men moeilijk spreken van een eenheidsindruk waarbij alle versieringselementen harmonisch op elkaar zijn afgestemd. Zonder te willen anticiperen op de eigenlijke bouwgeschiedenis, schrijven we deze verschillen in geveluitwerking toe aan het tijdsverschil van meer dan honderd jaar tussen de onderscheiden bouwfasen. Aan deze evolutie in de tijd moet zodoende een evolutie in stijl gekoppeld worden, die in niet onbelangrijke mate de homogeniteit van het architectonisch ontwerp heeft geschaad. De textuur van het gevelvlak van de voorgevel wordt gestructureerd door verticale en horizontale bouwelementen. De ineengewerkte, geringde pilasters met plinten en kapitelen, het van hoekkettingen voorziene middenrisaliet, de Ionische deurzuiltjes en de rechte deurposten vormen de verticale elementen. De sterkere horizontale werking komt tot stand door de zwaar geprofileerde kroonlijst met een platbogig verloop boven het middenrisaliet, door de doorlopende fries, de platbanden op de gevelpijlers, evenals de verlaagde bogen met een rechte strek die zowel de zij-ingangen, de ovale bovenlichten als de nis van de hoofdingang afdekken. De bovenverdiepingen zijn gekenmerkt door een afkeer van zwaar zwellende geprofileerde barokvormen. Op het zandstenen parament (in plaats van baksteen in de onderbouw) werd een veel vlakkere arduinen decoratie van lijsten en panelen aangebracht, die slechts af en toe een speelse toets krijgen met een rocaillemotief, bijvoorbeeld de schelpvormige sluitsteen en het kuifstuk. De gevelstructuur is sterk verticaliserend door de pilasterordonnanties, de vensterposten van het bovenlicht, het middenrisaliet, evenals de opgaande concave lijnen van de vleugelstukken van zowel de bovenverdieping als de gevelbekroning. Het angelustorentje dat rechtstreeks op de ronde gevelbekroning prijkt, versterkt nog dit verticale élan. De gevelbekroning en de bovenverdieping vervloeien gedeeltelijk door het ontbreken van een doorlopende kroonlijst. De holronde horizontale lijst boven de pilasterordonnanties en de segmentboogvormige overspanning van het middenrisaliet markeren wel de gevelbekroning van de bovenste verdieping. De plattegrond, de opstand en het overwelvingssysteem van het interieur zijn vrij traditioneel. De kerk, waarvan de lengte gelijk is aan tweemaal de breedte (22,5 m.), heeft een basilicale plattegrond die opgebouwd is volgens een zeer elementair modulatiesysteem. De hoofdmaat (4,5 m.) is gelijk aan de afstand tussen twee zuilen van as tot as, ook de intercolumniumafstand genoemd. De vierkante module waarnaar heel de plattegrond geordonneerd is, komt overeen met een zijbeuktravee. Zo wordt een middenbeuktravee, die tweemaal breder is dan de zijbeuk, gevormd door de som van twee modules. De opstand met zijn zwellende Toscaanse zuilen op hoge piëdestallen is sterk verticaliserend. Dit effect wordt nog in de hand gewerkt door het traditionele kruisribgewelf waarvan de gordelbogen opvallend vlak gehouden zijn. De zware kroonlijst met fries geeft echter een horizontale geleding aan het interieur. Deze kroonlijst heeft slechts een decoratieve functie; van een intieme binding tussen gewelf en de rest van de kerk is geen sprake. De gewelfribben steunen niet op deze zware kroonlijst, maar op de uitgewerkte kraagstenen; de zware gordelbogen worden door voluutconsoles ondervangen.

;Bron: 'De Begijnhofkerk van Lier', Liers Genootschap voor Geschiedenis, auteur: Marc Mees.

;Heilige Margareta van Antiochië.

;Volgens die overlevering is zij geboren in Antiochië, de hoofdstad van Pisidië in de derde eeuw als dochter van de heidense tempelpriester Aedesius. De streek in West-Azië maakte deel uit van het Romeinse Rijk. Haar vader minachtte haar om haar christelijk geloof. Het Christendom drong in die tijd tot onze gewesten door, maar het was ongebruikelijk om dit te uiten wegens de kerkvervolgingen. Margareta leefde op het land als herderin. Toen de stadsprefect Olybrius haar een huwelijksaanzoek deed, op voorwaarde dat ze haar geloof zou afzweren, weigerde ze. Daarop werd ze gevangengezet en gemarteld. Dan volgen een aantal wonderbaarlijke gebeurtenissen. De bekendste is dat satan haar verorberde in de gedaante van een draak. Margareta ontsnapte levend. Uiteindelijk werd ze ter dood gebracht (omstreeks 305).

Objecttype
foto


Deze website maakt gebruik van cookies Accepteer. Hier vindt u meer informatie over wat dat precies inhoudt. Lees meer