Lier, Sint-Margaretakerk interieur
Collectie
Archief Lier - BeeldbankInventarisnummer
SLI001000039Beschrijving
Orgel.;Jan-Baptist Forceville (Rijsel ca. 1660 - Brussel 1739), Martinus Donckaerts (schrijnwerker), Brussel, 1719-1723 - eik, tin
middenbeuk, tegen de oostwand van de kerk, boven de hoofdingang.
;Het orgel bestaat uit een grote orgelkast met een hoofdwerk en een rugpositief. De kast van het hoofdwerk rust op een hoge voet, samengesteld uit panelen met lijsten en raamwerk. Vijf voluutvormige consoles onder een omlopende profiellijst schragen mee het orgelfront met negen pijpenbundels, afwisselend halfronde (boven de consoles) en vlakke, die elk gevat zijn in een omraming. De pijpenbundels worden bovenaan afgedekt met vergulde, geajoureerde sierelementen met akantvoluten. Bij de twee uiterste bundels zijn deze elementen uitgewerkt tot een Ionisch kapiteel met lambrekijn. Deze bundels zijn, samen met de middelste, hoger opgetrokken bundel, bekroond met een hoofdgestel. Op de middelste bundel staat een bazuinblazende engel met een wijzerplaat van het torenhorloge aan de voeten. Twee zittende engelen die elk een instrument bespelen (een harp en een luit?), flankeren hem op de gebroken gebogen frontons van de hoekbundels. Boven de lagere bundels zitten twee kleinere cherubs, van wie de ene op een bazuin blaast en de andere viool speelt. De uitspringende zijversieringen van het front zijn samengesteld uit instrumentenbundels en cherubs die een reliëfmedaillon dragen met links de voorstelling van de Heilige Begga en rechts de Heilige Margareta, beide tegen een vergulde achtergrond.
Het rugpositief heeft een gelijkaardige opbouw met vijf, afwisselend halfronde en vlakke pijpenbundels. De uitspringende bundels zijn afgedekt met vergulde lambrekijns. Boven het rugpositief zit centraal koning David die een vergulde harp bespeelt, met aan beide zijden een instrumentenbundel. De bundels rusten op drie halfronde, met bolplooien en onderaan met akantrozetten versierde consoles, gedragen door twee cherubhoofdjes en door twee zwevende engeltjes die een banderol vasthouden waar een reliëfmedaillon aan bevestigd is, vermoedelijk met de afbeelding van de heilige Margareta of Cecilia. Het rugpositief is ingewerkt in de geajoureerde borstwering van de orgeltribune. Die bestaat aan elke zijde uit drie panelen. De centrale panelen zijn telkens uitgewerkt met een bloempot tussen akantvoluten en bloemslingers, de overige panelen met een schelp of palmetmotief omgeven met S-voluten en akantbladeren. Ze worden gescheiden door stijlen met, aan de zijde van het schip, een reliëfmedaillon boven een banderol met opschrift, met respectieve afbeelding: 'St JOHANNES', 'St MARCUS', 'St MATHEUS', 'St LUCAS.' De stijlen zijn bekroond met een vaas met uitslaande vlam. De basis van het orgeldoksaal bestaat uit een zware, met lijstwerk versierde keellijst die rond het portaal boogvormig is uitgewerkt met een stucwerkplafond waarin een verguld, in eikenhout gesneden rozet is verwerkt. De hele tribune rust aan de voorzijde op zes - naast het portaal gekoppelde - gladde zuilen met vergulde Korinthische kapitelen en basementen op blauwe hardsteen. Aan weerszijden, tussen twee akantbladeren, boven een schelpmotief en onder de vleugels van een gelauwerde cherub is in de keellijst een vergulde reliëfcartouche aangebracht met het opschrift 'Cantate Domini ('Zing voor de Heer', Ps. 95, 1)(links) en 'Laudate eum in sono tubae' ('Loof Hem met bazuingeschal', Ps. 150,3)(rechts). De opengewerkte leuning van de steile trap aan de zuidzijde is op een gelijkaardige wijze versierd.
De binnendeur van het hoofdportaal lijkt geïntegreerd in de opstelling van orgel en doksaal. De vleugeldeuren worden bekroond met een driehoekig fronton en een gesneden reliëfmedaillon met de buste van de Verlosser in vooraanzicht. Het medaillon is opgehangen aan twee festoenen met een strik en een kwast en wordt onderaan gesteund door twee overvloedshoorns met links en rechts, op de schuine zijden van het fronton, een putto die respectievelijk een kelk en een druiventros vasthouden.
;Bron: 'De Begijnhofkerk van Lier', Liers Genootschap voor Geschiedenis, auteur: Marc Mees.