Lier, Sint-Margaretakerk interieur

Lier, Sint-Margaretakerk interieur

Inventarisnummer
SLI001000032

Beschrijving
Hoogaltaar. ;Petrus Scheemaeckers (1652-1714) en Jan van Baestroy, 1707-1711(1712?) - gemarmerd hout absis van het koor.

;Het hoogaltaar is geplaatst in de absis van het koor en heeft helemaal de halfronde vorm van de absis aangenomen en beslaat de hele wand tot aan het gewelf. Het portiekaltaar, in zwart en wit marmer geschilderd hout, rust op een hoog postament met centraal het altaar, waar het tabernakel op is geplaatst. De constructie is gemaakt uit grenenhout, de beelden en ornamentatie zijn uit lindenhout gesculpteerd. Hierop rusten zes in wit imitatiemarmer geschilderde gladde Korintische zuilen met vergulde kapitelen waarvan twee de centrale, vooruitspringende portiek met het schilderij van 'Het visioen van de Heilige Begga' van Jan Erasmus Quellinus flankeren, terwijl de vier anderen twee aan twee de tot nissen of portieken uitgewerkte omlijstingen van de koorvensters flankeren. In deze portieken staat links het beeld van Sint-Petrus (met sleutels en een opengeslagen boek waarin de tekst TIBI / CLAVES / DABO / REGNI / C OE LORUM' (Ik zal u de sleutels van het Hemelse Koninkrijk geven) en rechts dit van Sint-Paulus (met opengeslagen boek waarin de tekst 'PAULUS / APOSTOLUS / VOCATUS / JESU // CHRISTI' (Paulus, geroepen als apostel door Jezus Christus)) in witgepolychromeerd en verguld hout, elk op een hoge sokkel met ingebogen zijden die versierd zijn met akantbladeren en een centraal verguld medaillon met het opschrift 'S. PETRUS' en 'S. PAULUS'. Inde vensterboog boven de twee beelden houden links twee cherubs een vergulde tiara en palmtakken boven het hoofd van Petrus en boven Paulus enkel twee palmtakken. Onder de beelden is een cartouchevormig console op akant¬bladeren aangebracht met afhangende bloemslingers tussen twee engelenbustes. De credenstafels met een marmeren blad op vergulde, voluutvormige steunen zijn mogelijk latere toevoegingen. In het zware hoofdgestel is centraal op de fries en de architraaf een liggend, gewelfd ovaal medaillon aangebracht in een uit voluten en akantbladeren samengestelde cartoucheomlijsitng, geflankeerd door twee engelenhoofdjes en horens des overvloeds. Op het medaillon staat het opschrift 'ALTARE / PRIVILEGIATUM / IN PERPETUUM' verwijzend naar de erkenning door paus Gregorius XVI in 1833. Het hoofdgestel is boven de kroonlijst hoger opgetrokken en heeft een centrale, omlijste nis, enigszins in de vorm van een halve vierpas. Hier is een beeldengroep geplaatst met de voorstelling van de Heilige Drievuldigheid: rechts zit God-de-Vader als grijsaard met lange baard en links zit Christus met kruis in de linkerhand, beiden met wapperende gewaden op een wolk. Tussen hen in zweeft bovenaan de Duif van de Heilige Geest in een vergulde stralenkrans. De nis wordt boven de zijvleugels geflankeerd door een zware borstwering in de vorm van klauwstukken die bekroond zijn met een vuurpot met uitslaande vlam en met de middenpartij verbonden zijn met een zwaar vruchtensnoer. Het altaar wordt bekroond met een pelikaan met drie jongen in een nest tussen twee bazuinspelende engelen. De stipes of altaarblok zelf bevindt zich op een podium of suppedaneum met vier zwartmarmeren treden en is aan de voorzijde in grisaille beschilderd met een tombe met een centrale cartouche en op de hoeken twee cherubhermen.

;Bron: 'De Begijnhofkerk van Lier', Liers Genootschap voor Geschiedenis, auteur: Marc Mees.
Objecttype
positief (foto)


Deze website maakt gebruik van cookies Accepteer. Hier vindt u meer informatie over wat dat precies inhoudt. Lees meer