Heist-op-den-Berg, Moerbeemden in Hallaar
Inventarisnummer
KK_2014_2735
Beschrijving
De definitieve vallei van de Grote Nete dateert van de laatste ijstijd. Sindsdien heeft de Grote Nete zich enkel nog van nature verplaatst door meandering binnen de grenzen van haar vallei.
Er bestond een uitgestrekt moeras met rietvelden in de omstreken van Heist, Oosterwijk, Aarschot, Baal en Schriek*. Het woord ‘moer’ in Moerbeemden verwijst naar moeras. Tijdens het Atlanticum (5660-9220 jaar geleden), toen het klimaat warmer, vochtiger en de grondwaterspiegel hoger was dan vandaag, begon zich in deze moerassen (laag)veen te ontwikkelen. ;Veen ontstaat wanneer afgestorven plantenmateriaal wordt afgebroken in afwezigheid van zuurstof. In zulke omstandigheden verloopt de afbraak langzamer dan de ophoping, waardoor een dik pakket wordt gevormd.
Bovenop dit veen kwamen afzettingen van leem en klei, meegebracht door de rivier. De Grote Nete kon de beemden nog regelmatig overstromen omdat er tot 1863 geen dijken waren.;Enkele verlande turfkuilen in de Moer-beemden zijn de levende relicten van een oude ontginning. Veen werd met de schup weggestoken, en gedroogd in de zon tot turf. Tot de komst van steenkool in de 19e eeuw, was dit in Vlaanderen de belangrijkste brandstof.;Op de veenbodem duiken zeldzame plantensoorten op zoals wateraardbei, moerasviooltje, waternavel, dotterbloem en melkeppe. Het oranjetipje en het icarusblauwtje zijn typische dagvlinders voor deze bloemrijke vegetaties.