Getij-evolutie van de Nete

Getij-evolutie van de Nete

Inventarisnummer
KK_2014_2731

Beschrijving
Eeuwenlang waren beide Neten trage vlakterivieren zonder getijdenwerking, en zonder dijken. Door de stijging van de zeewaterspiegel werd vanaf de 6e eeuw ook de Nete met de vloed geconfronteerd. Vanaf de 9e eeuw volgden er tal van menselijke ingrepen, zoals het opwerpen van dijken, het inpolderen, het rechttrekken van bochten, en het verdiepen van de vaargeul, waardoor het getij steeds dieper landinwaarts trok.;Vandaag is de Nete is een zoetwatergetijdenrivier. Twee keer per dag daalt en rijst het water. De getijgolf ontstaat in de Atlantische Oceaan onder invloed van de aantrekkingskrachten van zon en maan en heeft meer dan twee etmalen nodig om onze kust te bereiken. Vanuit de Noordzee dringt hij het trechtervormige Schelde-estuarium binnen en bereikt de Nete via de Rupel.;Wegens de vorm van het rivierbekken (o.a. bodemweerstand) beweegt de vloedgolf zich sneller en is er sprake van getij-asymmetrie: het eb duurt langer dan de vloed. Hoe verder stroomopwaarts, hoe groter de verschillen. De vloed voert daarbij telkens meer slib en zand aan dan er met de eb verdwijnt. Een groot deel hiervan werd in de beemden afgezet.;Op de Kleine Nete is het getij voelbaar tot Grobbendonk, 14km opwaarts van Lier; op de Grote Nete tot Itegem, 17km opwaarts van Lier.;Uit de privécollectie van Danny Dewelde.
Objecttype
foto
Verwerving
Danny Dewelde
Deze website maakt gebruik van cookies Accepteer. Hier vindt u meer informatie over wat dat precies inhoudt. Lees meer